Nog steeds kom ik in Zuidoost regelmatig mensen tegen die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Ik heb het dan niet over toeristen maar bewoners die hier een bestaan willen opbouwen. Nog niet zo lang geleden stelde de VVD in de Gemeenteraad aan wethouder Vliegenthart van werkgelegenheid, hoe het met de taalvaardigheid van werkzoekenden is gesteld.
Daaruit bleek dat maar liefst 30 tot 35% van de Amsterdamse bijstandgerechtigden het Nederlands niet goed machtig is. In de praktijk betekent dat, dat 16.000 Amsterdammers in de bijstand niet het basisschoolniveau Nederlands halen. Een Ziggo Dome vol! En op dat percentage zal Zuidoost geen uitzondering zijn, vrees ik.
In november 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wetsvoorstel om eisen te stellen aan de taalvaardigheid van mensen in de bijstand. Als mensen zich onvoldoende inspannen kunnen ze gekort worden op hun uitkering. Ik deel deze insteek. In eerste aanleg is het de bedoeling dat mensen hun eigen cursus bekostigen. Anderzijds denk ik dat dit niet in alle gevallen aannemelijk is dat mensen die Nederlands willen leren, dit ook kunnen betalen. Overigens hoeft dit niet te gaan om forse bedragen. Er zijn online kosteloos studies beschikbaar en ook instanties bieden lessen tegen een vriendelijk tarief aan. Tot slot zijn er nogal wat vrijwilligers die zich al ’taalmaatje’ beschikbaar stellen.

Gisteren had ik overleg met wethouder Vliegenthart over werkgelegenheid. Daarbij kwam ook de vraag aan de orde hoe we bewoners kunnen activeren voor taalles. Staatssecretaris Jetta Klijnsma, verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Taaleis in de Wet Werk en Bijstand, gaat hiervoor een -weliswaar klein- bedrag beschikbaar stellen voor de gemeenten. Daarvoor moet eerst de wet in de Eerste Kamer worden bekrachtigd. Tevens zou de gemeente uit participatiebudget nog wat middelen kunnen aanbieden om de taaleis extra kracht bij te zetten. Als Vliegenthart de bijdrage uit Den Haag kent overweegt hij ook een Amsterdams deel bij te passen. Daarmee is er een excuus minder om niet mee te doen.