Dit kopt Parool vandaag (13 feb) in dikke letters op de voorpagina. Gezinnen met lage middeninkomens, is het verwijt, kunnen door de hoge huren vrijwel niet meer in Amsterdam wonen. Is dat zo? Ja, als je Amsterdam eng definieert en de binnenstad als voorbeeld neemt. Nee, als je verder kijkt dan de A10. En met verder kijken dan de Ring bedoel ik ook een blik over de stadsgrenzen.
Ton Damen, auteur van het artikel, legt de lage middeninkomens langs de lat van het salaris van een politieagent. Na een vierjarige opleiding ontvangt deze persoon 2350 euro bruto, en het salaris kan toenemen tot 3350 euro bruto (Bandbreedte 30.000-43.500 per jaar bruto *). Vervolgens is de aanname dat huishoudens met kinderen en een inkomen tussen de 30.000 en 35.000 euro bij een huur van 710 euro weinig overhouden. En dat probleem zou jaarlijks groter worden, aldus het Nibud. Maar hoe groot dat probleem feitelijk is lezen we niet. Want hoeveel van deze inkomens zitten op de uiterste grens van de sociale huur? Dat zijn er heel weinig. Sowieso zijn er weinig Amsterdammers die tegen die grens zitten, ook met een hoger inkomen. Het probleem is wel dat je met een inkomen boven 30.000 euro per jaar als gezin geen huursubsidie krijgt. Maar dit is niet nieuw. Bovendien stijgt het inkomen waarmee je huursubsidie krijgt, veel sneller dan de inflatie. Kortom dat kan niet de reden zijn dat deze gezinnen anno 2015 niet meer in de stad kunnen wonen.
Dan gaat het artikel verder met de aanname dat gezinnen met inkomens tot 40.000 euro in de vrije sector met huren tussen de 720 en 1050 nauwelijks meer aan een huurwoning kunnen komen. Het is juist dat de voorraad van deze woningen in delen van de stad afneemt. Pararius, de site met de meeste huurwoningen in de vrije sector, laat ons zien dat er vandaag 34 woningen te huur staan tussen de 700 en 1000 euro in stadsdeel Zuidoost. En ik weet ook dat corporaties in Zuidoost blij zijn als ze hun grotere woningen voor pakweg 800 euro in de markt kunnen zetten. Als er meer vraag naar middeldure huur zou zijn in Zuidoost zouden er meer sociale woningen die leeg komen, kunnen worden geliberaliseerd en verhuurd vanaf 720 euro. Het is dus niet alleen een kwestie van aanbod maar ook een zaak van vraag.
Naast huren is kopen een optie. Damen becijfert dat de politieagent met zijn eindinkomen een hypotheek krijgt van minimaal 130.000 en maximaal 187.000 euro. Koophuizen in deze prijsklasse ‘zijn nauwelijks te vinden’, aldus de auteur.
In Amsterdam staan volgens Funda op dit moment ruim 5700 woningen te koop. In de prijsklasses tot 187.000 euro zijn tegen de 2000 woningen beschikbaar in onze stad. Naast de individuele bestaande woningen komen er koophuizen in nieuwbouwprojecten. Ook bij deze actuele projecten komen we dezelfde verhouding tegen. Kortom eenderde van de woningen in Amsterdam is in beginsel bereikbaar voor de politieagent. Dat zou ik niet ‘nauwelijks’ durven noemen.
We wonen bovendien steeds meer in een regionale woningmarkt. Ook in Diemen, Duivendrecht, Badhoevedorp en Zaanstad staan honderden woningen op dit moment te wachten op kopers en huurders met een lager middeninkomen (huishoudens met pakweg 30.000 tot 45.000 euro bruto).
Kortom de diender is nog steeds welkom in Amsterdam. Hij moet alleen wat verder kijken dan de Ring of het IJ.
(*) Het voorbeeld van de politieagent is enigszins arbitrair. Van het politiekorps wordt verwacht dat ze ook in het weekend en de avonduren werken. Dan gelden toeslagen die het basisinkomen substantieel kunnen verhogen. Het feitelijk verdiende inkomen is dus bij agenten hoger. En dat maakt hun werkelijke kans op de Amsterdamse woningmarkt groter.