In zowel de provincie Noord-Holland als het Waterschap Amstel Gooi en Vecht komt de VVD als grootste partij uit de bus. Dat geeft uiteraard voor iemand met deze partijkleur, en dat ben ik, voldoening maar schept ook verantwoordelijkheid. De komende weken zal onderhandeld moeten worden voor een nieuw bestuur voor beide organen. De VVD verliest overigens terrein op basis van de uitslag uit 2011. Maar als we kijken naar de uitslagen bij verkiezingen voor gemeentes in 2014 en de daaropvolgende trend, dan is de weg omhoog ingezet.

Voor Noord-Holland betekent de uitslag dat de voorstanders van windmolens het vermoedelijk niet makkelijker gaan krijgen. Dat is een onderwerp wat in de campagne sterk heeft gespeeld. Voor het Waterschap zal, als de VVD in het bestuur komt, de kerntakendiscussie nadrukkelijk op tafel liggen. De schappen hebben een brede taakopvatting als het gaat om schoon houden van (drink)water en droge voeten, soms tot ver over onze landsgrenzen.
Maar niet ieder zal hebben gestemd met het lokale belang voorop. De trend is dat landelijke thema’s steeds meer de lokale verkiezingen overvleugelen. En nog sterker, de invloed van de mate van het vertrouwen in de partijleider, speelt een steeds grotere rol. Mensen zijn eerder geneigd op een partij te stemmen waarbij ze bij de leider het gevoel krijgen dat die hem of haar een voorspoedige toekomst kan bezorgen. Rutte is daar, vanuit deze optiek, het beste in geslaagd.