Een poosje geleden trok een aankondiging voor een tentoonstelling mijn aandacht. Op de poster herken ik Anton de Kom in zijn jongere jaren. Ik ben recent een kijkje gaan nemen in het Haags Historisch Museum.
Amsterdam kent haar lange geschiedenis met mensen die van heinde en verre naar onze stad zijn gekomen. Ook Den Haag koestert haar nieuwe bewoners. Niet ver van het Mauritshuis, aan de Hofvijver, ligt het Haags Historisch Museum (op foto links).
In de luwte van het Binnenhof ervaar je in dit museum de serene rust van de Hofstad. De Kom en zijn vrouw dienen hier als model voor de ”portretten van migratie” die tot en met 5 april zijn te zien in dit Haagse Museum.
Beneden in de tentoonstellingsruimtes treffen we portretten van statige inwoners. Zoals die van een voor mij bekende Zeeuwse migrant, die het schopte tot raadspensionaris in de 17e eeuw. Hij liet in Den Haag het Catshuis achter voor zijn latere opvolger MP Mark Rutte.
In de zalen op de hoogste verdieping komen prominente en minder prominente Hagenaars in beeld die geboren zijn buiten Nederland. Benedictus de Spinoza komt aan bod. Niet ver daar vandaan staat Anton de Kom.
De Kom kwam in 1921 wonen in Den Haag om bij het regiment van de Huzaren te dienen. In 1926 trouwde hij met de Haagse Nellie Borsboom. Met hun vier kinderen woonde ze een tijd in de stad. De Kom werkte er na zijn militaire betrekking bij de Hanzebank. Daarna kwam hij in dienst als handelsreiziger in koffie en tabak. In die tijd was hij al een ‘oproerkraaier’, lezen we op het paneel.
In het deftige cafe Holandais wisselde hij van gedachte met communistische en antikoloniale zielsverwanten. In de leeszaal van Koninklijke Bibliotheek, aan de Lange Voorhout, scherpte hij zijn geest voor zijn manuscript ‘Wij slaven van Suriname’ (zie boven bewijs van toegang van bibliotheek). Tijdens de oorlog schreef De Kom voor het illegale tijdschrift De Vonk. Wij werd gearresteerd en stief in 1945 in Sandbostel, een buitenkamp van het concentratiekamp Neuengamme.
In een foto- en videoproject Stad van Aankomst krijgt de bezoeker een momentopname van migratie en Den Haag anno nu. Zij leggen de stad stil op cruciale momenten en portretteren bewoners en wijken.
Naast persoonlijke monumentjes is er aandacht voor de diverse culturen in Den Haag. Een prominente plek is er ook voor Hindoestaanse goden. We herkennen Ganesha (met olifantengezicht), Lakshmi (op lotusbloem) Sarasvati (met sitar).
Kortom een bezoek waard, zeker voor 5 april!