Maandagavond kwamen ambtenaren, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, politici en andere belangstellenden bij elkaar in de Stadsschouwburg voor de 3e editie van de Staat van de Stad. Insteek is dat de thermometer in Amsterdam wordt gestoken aan de hand van een maatschappelijk thema. Deze keer was de ‘ongelijkheid in de stad’ de aanjager voor een avond vol met sprekers.
Uit het gepresenteerde rapport De Staat van de Stad 2015 blijkt dat het verschil in leefsituatie tussen de gebieden binnen de ring A10 en de gebieden daarbuiten toeneemt: de leefsituatie in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West is relatief ongunstig, Centrum en Zuid steekt er positief bovenuit en de leefsituatie in Oost en West is gemiddeld.
Daar valt een aantal kanttekeningen bij te maken.
Ik heb het al vaker betoogd. Niet elke vorm van laag inkomen is synoniem met kansarm. We zien een enorme toename van studenten in de stad, die zich bovendien vestigen in de goedkopere woongebieden buiten de Ring. Die jongelui hebben nog weinig te makken maar daar zou ik me toch wat minder zorgen over maken. Waar het om gaat zijn de mensen die langdurig in een uitzichtloze situatie zitten. Dat onderscheid mis ik.
In het afgelopen decennium is de leefsituatie voor alle Amsterdammers (arm en rijk) er gemiddeld genomen beter op geworden. Die grotere kloof heeft er met name mee te maken dat de bewoners binnen de Ring een snellere inkomensstijging hebben. Die welvaart druppelt door naar omliggende wijken.
Dat brengt me op het laatste punt. Er worden appels met peren vergeleken. De Amsterdammers die wonen in Centrum en Zuid doen het naar Nederlandse maatstaven buitengewoon goed op bijvoorbeeld CITO-scores en inkomen. Je kunst slecht de inzet op aanpak van werk of armoede vergelijken tussen Zuid en Nieuw-West omdat de samenstelling van de populatie fors verschilt.
Je gaat daarmee de prestaties van stadsdelen die spelen in de Jupiler League vergelijken met gebieden die in de Eredivisie presteren. Beter is om de ontwikkeling van delen van de stad als Zuidoost te vergelijken met andere naoorlogse wijken met flats en veel sociale huurwoningen.