
Was vandaag te gast bij een expertmeeting van ambtenaren en ontwikkelaars over kluswoningen. Amsterdamse projecten Kleiburg, Klarenstraat en Van der Spekbuurt kwamen aan de orde. Maar ook de Haagse variant in de vorm van het Junoblok werd gepresenteerd.
Als ”oilevlek” van de klusflat Kleiburg werd het Kleibier met naam genoemd. Les is niet alleen te kijken naar de fysieke omvorming maar ook naar de effecten voor de buurt. Daar kan je de Kleituin nog aan toevoegen. Tevens zie je in het 1e opgeleverde blok van Kleiburg allerlei bewonersverbanden die ook op hoge betrokkenheid met de buurt duiden. Tot slot, en niet onbelangrijk, is met het behoud van de laatste oorspronkelijke Bijlmerflat ook het ensemble rondom het Bijlmermuseum in stand gebleven.
Vraag was vanmiddag ook in hoeverre de gemeente actief dient te sturen op het aantal kluswoningen. Vanuit het behoud van gebouwen alsmede hergebruik van lege kantoorkolossen is het natuurlijk prachtig als kluswoningen de oplossing zijn. Aan de andere kant kunnen ook andere woonvormen een bijdrage leveren aan de wijk, zoals woonwerkateliers en jongerenwoningen.
Tevens kan opgemerkt worden dat de stad al bulkt van de kluswoningen. Zo was mijn eerste koopwoning in De Pijp een klusappartement en ook mijn sterk verouderde huis in Zuidoost is compleet gestript en weer opnieuw door mij opgebouwd. Daar heeft de gemeente geen enkele inzet voor gepleegd. Wat mij betreft hoeft de gemeente dus ook niet te sturen op het actief beschikbaar stellen van kluswoningen. Wel mag van de lokale overheid worden verwacht dat mensen die investeren in de wijk, soepele procedures ervaren.
25 jaar geleden in De Pijp ontmoette ik een stadsdeel dat nog argwanend keek naar kleine huiseigenaren die zich nestelden tussen de ‘huisjesmelkers’. Er werd gedreigd met aanschrijving van achterstallig onderhoud, zo niet dan kon mijn eigendom op een slooplijst komen. Zo ver is het niet gekomen maar veel medewerking in het vergunningentraject was er niet. Daar helpen we alle klussers mee.
Dat is anno 2015 anders. Het vergunningvrije deel is vergroot alsmedeis sprake van toename van informatie over regelingen van de overheid. Daar moet naar mijn indruk dan ook de rol van gemeente liggen, lage drempels voor investeringen in het opknappen van woningen.