Gisterenavond en vannacht (2 juli) vergaderde de bestuurscommissie van Amsterdam Zuidoost. De agenda was goed gevuld met belangwekkende punten zoals een presentatie over de mogelijkheden voor de inrichting van de overkluizing van de A9, de nieuwe opdracht voor het opbouwwerk alsmede een voorstel voor bezuiniging op subsidies. Daarnaast stond een ‘Bestuurlijke bespreking Kansrijk Zuidoost’ op de rol.
Ten aanzien van dit laatste punt was bij de voorlaatste vergadering op 23 juni aangedrongen op spoedige behandeling van dit dossier. Al enige tijd leven er vragen bij AB-leden over het functioneren van het onderdeel van het stadsdeel dat verantwoordelijk is voor de aanpak van armoede. Deze afdeling, Kansrijk genaamd, was dan ook een met spoed ingebracht bespreekvoorstel van de heer Leeuwin. Daarin werd de opvatting van het Algemeen Bestuur gevraagd over de informatieplicht met betrekking tot een intern onderzoek van het stadsdeel, waarin ook de rol van Kansrijk aan bod komt. Daarnaast was de vraag aan het bestuur in hoeverre een bestedingsvoorstel van 300.000 euro aan Kansrijk, tot nieuwe inzichten leidt naar aanleiding van het recent overlegde verslagen over de activiteiten van het organisatieonderdeel.
Bij het begin van de vergadering, bij vaststelling van de agenda, was het voor ieder duidelijk dat dit punt als laatste aan bod zou komen in het oordeelsvormende deel. Groot was dan ook de verbazing van de VVD dat de indiener van de notitie, de heer Leeuwin, voorafgaand aan de uiteindelijke bespreking van dit punt opperde om de notitie in te trekken, en pas te bespreken na het reces. Met als reden dat een aantal fracties weinig spreektijd had. Dat voorstel kon op een meerderheid rekenen van de vergadering en daarmee was het van de agenda. De VVD kon zich niet vinden in deze opstelling.
Wie op hoge poten een notitie indient en de agenda van de vergadering accepteert, weet dat er na een lange vergadering weinig spreektijd resteert. Het ter elfde ure van de agenda halen om die reden heeft dan ook geen pas.
De VVD is van mening dat als een onderwerp kennelijk zo indringend speelt dat er zeer zwaarwegende redenen moeten zijn om dit vervolgens niet te behandelen. Nog nimmer is in mijn bestuursperiode in Zuidoost een dergelijk voorstel ingetrokken omwille van te weinig spreektijd. We zien hier in dan ook geen doorslaggevend argument.
Het ging de indieners er dus dus kennelijk niet om, om op korte termijn klaarheid te krijgen in het slepende vraagstuk van Kansrijk. We betreuren het dat daarmee deze kwestie nog een poosje boven de markt blijft hangen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn geweest van de indieners van het voorstel?
Hier agenda en uitzending oordeelsvormende vergadering 2 juli: http://www.besluitvormingamsterdamzuidoost.nl/Vergaderingen/Algemeen-Bestuur/2015/2-juli/17:30