Gisteren was ik op wellicht wel de meest markante plek in Oegstgeest. Het kerkhof van Groene Kerk of Willibrordkerk. De eerste vestiging van een kerkelijk bouwwerk op deze plek dateert van de 8e eeuw. De Engelse missionaris Willibrord was naar deze streek gekomen om een kerk te stichten op de strandwal. Volgens de overlevering is het door de Noormannen verwoest. Daarna werden op deze plek weer nieuwe kerken opgericht. In 1574 werd de toen bestaande kerk verwoest tijdens het beleg van Leiden. In de 17e eeuw werd de kerk weer herbouwd op de fundamenten.
In de tweede helft van de 19e eeuw groeide er klimop tegen de gevel. Daar heeft het gebouw haar naam aan te danken. Inmiddels is de kerk grondig gerenoveerd en ook de klimop is al enige tijd verwijderd. Maar de naam is in de volksmond blijven bestaan.
De begraafplaats van de kerk was aanvankelijk verbonden aan leden van de kerkelijke gemeente. Inmiddels is het al een tijdje tevens de algemene laatste rustplaats van het dorp. Toen de oorspronkelijke begraafplaats rondom het kerkje nauwelijks ruimte meer bood is men uitgeweken naar de overkant van de Haarlemmerstraatweg. Daar werd in 2011 het nieuwe deel geopend met urnenmuur en een veld waar as kan worden uitgestrooid. Op uitnodiging van het bestuur bracht ik een bezoek aan deze voorziening.
Na een toelichting ter tafel strekten we de benen en liepen we langs de graven. Uiteraard heeft een dergelijke plek een sfeer van sereniteit en contemplatie. Naast duizenden Oegstgeesters zijn er 27 gesneuvelden uit de oorlog begraven. Engelse en Canadese militairen zijn gebleven, overeenkomstig het Britse gebruik om hun overledenen ter plaatse te begraven. Zij waren voor het grootste deel vliegers van de Britse Royal Air Force (RAF) die met hun toestel boven Oegstgeest door de Duitsers zijn neergehaald. Daarnaast resteren er nog twee Nederlandse soldaten, die bij gevechten om vliegveld Valkenburg vielen.