
In februari 2016 werd ik geïnstalleerd als burgemeester van de gemeente Oegstgeest. Hoe bevalt het, wordt me regelmatig gevraagd. Het bevalt prima, begin ik dan. Onderstaand ga ik nader in op mijn ervaringen.
Wat is er zo fijn aan Oegstgeest?
Oegstgeest is een aangename gemeente om in te wonen met betrokken inwoners en goede voorzieningen. Ik ben er trots op als ik zie hoeveel mensen een bijdrage leveren aan het sociale leven in ons dorp, zoals de gastouders voor het studentenorkest, het bestuur van de Oranjevereniging, de vrijwillige brandweer, de maatjes op de duofiets, vrijwilligers van de Zonnebloem, de kringloopwinkel en huisbezoekers bij Radius.

Op vele fronten zetten mensen zich belangeloos in. En dat maakt ons dorp bijzonder, de gemeenschapszin is hier groot. Daar sta ik graag tussen.

Maar Oegstgeest is toch anders dan Amsterdam? Hoe was de overgang?
Inderdaad zijn er verschillen. Ik ben gastvrij ontvangen in de gemeente. Het is hier goed toeven. Ik loop graag een stukje hard. Je zit je zo in de polders. Het strand is niet ver weg. En als je de drukte wilt opzoeken, rij je naar Leiden.
In Amsterdam had je als stadsdeelwethouder allerlei inhoudelijke portefeuilles. Het takenpakket van een burgemeester van een dorp is anders. Hoe gaat die omschakeling?
Dat is even wennen inderdaad. Met een mooi woord noemen ze dat ‘ontwethouderen’. Je gaat als burgemeester vaak meer over het proces dan de inhoud. En ook al heb je soms een mening over een dossier, dan is de kunst om boven partijen te staan. Je moet het in beginsel aan de betrokken wethouder laten. Maar als ze om mijn advies vragen dan krijgen ze dat. Om alles zo te laten lopen dat de politiek goed haar werk kan doen is overigens ook best een opgave. Dat moet niet onderschat worden.

Over de politiek gesproken, die heeft de naam lastig te zijn in Oegstgeest. Klopt dat?
Ik hou wel van een beetje reuring. In Amsterdam was ik wel wat gewend. Tot nu toe, vind ik, gaat het er in onze politieke arena tamelijk netjes aan toe. De leden van de raad zijn toegewijd. Als het gaat om een belangwekkend onderwerp als de schuld van de gemeente, dan is daar geen misverstand over dat die naar beneden moet. En dat lukt ook, omdat ieder zich daarvan bewust is.
Een mooi moment vond ik het afgelopen jaar dat de raad eensgezind was in zijn besluit om onder een aantal voorwaarden een vestiging voor vluchtelingen te realiseren in Oegstgeest. Dat kun je toch moeilijk lastig noemen?
Wat ik merk is dat het in raadsvergaderingen veel gaat over het proces, bijvoorbeeld over hoe we besluiten nemen en welke stukken, al dan niet besloten, bij de afweging moeten worden betrokken. Dat is zeker niet verkeerd. Maar wat meer inhoud mag van mij ook wel.
En je samenwerking met het College?
De drie wethouders in ons College zijn gedisciplineerd als het gaat om de uitvoering van ons programma. Ze zijn collegiaal in de omgang, men denkt met elkaar mee. En het is een gezellige club. We maken regelmatig een dolletje. Rond de Sinterklaastijd schreef de goedheiligman een pakkend gedicht voor iedere wethouder. Al snel hadden ze door dat er maar één afzender van dit geschrift kon zijn.

Wat zijn de leuke kanten van het werk?
Een bezoek aan een honderdjarige of een paar dat 65 jaar getrouwd is, vind ik een feestje. De familie vindt het prachtig als je er bent. En naast de felicitaties kom ik veel te weten over ons dorp. Mensen wonen vaak al decennia in Oegstgeest en vertellen hartstochtelijk over wat ze waarderen in hun omgeving, zoals het winkelaanbod en het groen. Ik ga altijd weer met nieuwe verhalen en trots naar buiten.
Ik vind het ook leuk om spontaan langs te gaan bij een sportvereniging of buurtactiviteit, zoals laatst toen er voldoende ijs lag op de ijsbaan. Als ik op afspraak kom wordt bij wijze van spreken de rode loper uitgelegd. De gesprekjes zijn vaak gemoedelijker als ik zo binnenwandel.
En wat zijn spannende dossiers?
Nou, naast het bestuurlijke deel was de ontvangst van Sinterklaas afgelopen jaar enerverend. Zijn paard was van het dak gegleden dus we gingen het dorp rond in een open auto. Dan zie je duizenden kinderen vol verwachting langs de kant staan.

Een heel ander dossier is de samenwerking in de Leidse regio. Namens de gemeente zit ik in een stuurgroep die de samenwerking begeleidt. Later dit jaar wordt duidelijk hoe die samenwerking vorm gaat krijgen. De kunst is daarbij dat je als burgemeester terughoudend bent in het sturen naar de oplossing. Ik kan wel eens ongeduldig worden als het langer duurt. Maar de raadsleden nemen het besluit. Soms is het dan goed even op je handen te gaan zitten.
Verder is het vraagstuk van verwarde personen relevant. Namens negentien gemeenten trek ik hiervoor de aanpak in de regio. Er gaat voor deze doelgroep dit voorjaar een nieuwe lokatie voor de dagopvang open in Leiden. En het vervoer van deze mensen, dat nu vaak loopt via de politie, moet op een andere wijze worden geregeld. Het is spannend om een sluitende aanpak te ontwikkelen waar zo veel partijen bij betrokken zijn.
En zijn er nog wensen?
Mijn inburgering in de gemeente is nog niet afgerond. Wij hebben een actief verenigingsleven. Ik heb het afgelopen jaar veel bewoners en organisaties uit ons dorp kunnen spreken. Maar er staan nog wel wat verenigingen op mijn lijstje die ik ga bezoeken.
We werken toe naar lokale verkiezingen in maart 2018. Bij politiek hoort partijdig zijn. Partijen moeten onderscheid maken. Dat zorgt ervoor dat bewoners invloed hebben op besluiten. Ik merk dat veel bewoners die verschillen tussen partijen onvoldoende ervaren. Ik hoop daarom dat we komend jaar die inhoudelijke contrasten wat meer terugzien in de gemeenteraad.
Tot slot zou het aardig zijn als we Oegstgeest nog wat meer weten te verbinden aan bekende schrijvers als Wolkers. Daar zijn al initiatieven voor. Ik merk als ik buiten mijn gemeente ben dat Wolkers nog steeds een nadrukkelijk stempel drukt op onze plaats. Dat spreekt tot de verbeelding. De terugkeer van het Tillenbeest naar de Drakenzaal in kasteel Poelgeest, vond ik fantastisch. En binnenkort wordt er een gedicht van de in de Deutzstraat getogen auteur en beeldend kunstenaar geschilderd op een gebouw in die straat. Daar kijk ik naar uit.