Ik heb iets met eilanden. Bij voorkeur reis ik er naar toe per boot. Tas pakken. Op tijd vertrekken naar de haven. Dan in de rij staan. Dat gedoe heb ik er graag voor over. En op de boot begint het eilandgevoel. Het trekt me omdat het lijkt of de natuur en cultuur op een stuk land in de zee, net wat beter bewaard is gebleven.
Één eiland staat boven aan mijn lijstje. Ik heb het al vaak op de kaart begerig aanschouwd. Ik heb met het blote oog gezien vanaf de Balg op de oostpunt van Schiermonnikoog en het Groninger Wad bij Usquert. Maar ik heb het nooit betreden; het inmiddels onbewoonde Rottumerplaat. Dat is het laatste stukje Nederland voordat de Duitse Waddeneilanden beginnen met Borkum. Eigenlijk zijn het twee zandplaten met wat duintjes er op; Rottumerplaat en Rottumeroog.
Op een van die hogere stukken op de plaat staat een vogelkijkhut en een stenen huis. Ik weet precies hoeveel kamers het heeft, hoe het meubilair er uit ziet, waar de keuken ligt. Ik heb het allemaal al een keer gelezen. Net zoals dat ik tot me nam dat ook deze puist in de oorlog bezet was. En dat er meer dan honderd Duitsers waren ingekwartierd.
Na afloop van de bezetting is het nog een tijdje permanent bewoond geweest door de eilandvoogd. Maar daarna werd de natuur de baas en mocht het enkel voor onderzoek worden bezocht. Wolkers en Bomans waren in 1971 de uitzondering op de regel dat het niet voor ‘gewoon’ publiek toegankelijk is.
Het is nu verboden gebied. En wat ontoegankelijk is dat wint aan aantrekkingskracht. Zoals een onbereikbare liefde. Het is mijn verlangen naar ongereptheid. Het is ook een beetje een vlucht uit de werkelijkheid. Rottumerplaat vertolkt dat voor mij perfect.
Kloosters en pakhuizen zijn er gebouwd. Er reed zelfs een treintje. Later kwam er het huis voor de eilandvoogd met zijn karakteristieke tegelpaadje en een tuin met de dikste preien van Groningen. En toen die vertrok werden een houten vogelwachtershuis en gemetselde barakken gebouwd, voor de opzichters en vogeltellers. Ze zijn allemaal verdwenen. De zee neemt, de zee geeft, en zo schuift het waddeneiland langzaam naar het oosten op.
Nu de mens zijn handen van Rottumerplaat heeft afgetrokken en de natuur vrij spel heeft, wandelt het zijn ondergang tegemoet in een zeegeul. In 2014 zijn de laatste menselijke resten weggehaald vlak voordat een vloed het zou meenemen. Er is dus niks van de cultuur waar ik nog oprecht naar kan verlangen.
Nu staat er alleen nog maar een plastic iglo die zelfs niet met een verrekijker is te zien. Toch wil ik het stukje land op zee, met eigen ogen zien.
Me melden als vogelaar bij Staatsbosbeheer, die hebben het eiland nu in bezit, zou een tikkeltje verwaand zijn. Aan mij is geen ornitholoog verloren gegaan. Ik heb het nog geprobeerd als kind bij de Jeugdvogelwacht op Schouwen-Duiveland. We leerden gevleugelde vrienden herkennen aan hun lokroep en uitwerpselen. Maar toen de verleiding kwam om te gaan judoën ben ik mijn kijker uit het oog verloren. En ook toen het judo al snel ophield bleven de vogels uit beeld.
Blijft het dan bij een droom? Er is nog een muizengaatje. Al sinds 1991 zet de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat zich in voor het behoud van beide eilanden. En naast lezingen en de uitgifte van een blad, organiseren de vrienden opruimdagen. En laten die dagen nou juist op mijn droomeiland zijn.
Ik heb al een beetje ervaring op kunnen doen met zwerfafval prikken in Oegstgeest. Dat moet toch ook wel lukken op zo’n zandplaat? Ik heb me daarom recent opgegeven als ‘Vriend van Rottum’. Wie weet komt het er nog eens van. We kunnen vrees ik niet met zijn allen op de boot naar het onbewoonde natuureiland. Maar wie ook van dromen over eilanden houdt wil ik het webadres natuurlijk niet onthouden:
NB Het is een halve eeuw geleden dat Jan Wolkers en Godfried Bomans de schier onbereikbare plaat bezochten. Vooral Wolkers was lyrisch. Staatsbosbeheer wil af van het avontuurlijke imago van bounty-eiland en geeft boswachters de ruimte om er in onopgesmukte termen, blogs over te schrijven. Zoals hier: https://www.boswachtersblog.nl/rottum/2021/07/27/50-jaar-later-omslag-in-denken/