In 2023 is het 150 jaar geleden dat de slavernij in de toenmalige Nederlandse koloniën werd afgeschaft. Tijdens dit bijzondere Herdenkingsjaar sta ik stil bij dit onderdeel van onze Oegstgeester geschiedenis.
Waar zijn sporen van slavernij te zien in ons dorp? We gaan eerst een paar eeuwen terug in de tijd. Jacob van Broeckhoven (1577-1642) was burgemeester van Leiden; een functie die destijds bij toerbeurten werd vervuld. Hij vertegenwoordigde zijn stad in het bestuur van de West Indische Compagnie (WIC). Hij belegde er ook in. Hij bezat Abtspoel in Oegstgeest, een kasteel dat in 1863 werd afgebroken. Het ligt in de buurt van de huidige Kwaaklaan.
Heel lang werd kasteel Endegeest bewoond door de familie Gevers. Daniël Theodoor Gevers van Endegeest (1793-1877) betrok het op 1 mei 1840. Naast Endegeest bezat hij ook kasteel Oud-Poelgeest. Hij had was in 1838 lid geworden van de Tweede Kamer. Tot 1855 was hij afwisselend Tweede Kamerlid, minister en lid van de Eerste Kamer.
Als parlementariër was hij in 1854 één van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel tot afschaffing van de slavernij in Nederlands-Indië. Zijn voorstel werd aangenomen en besloten werd dat de slavernij er uiterlijk 1 januari 1860 zou worden afgeschaft. Over de slavernij in de Caribische koloniën maakte Gevers zich toen kennelijk nog wat minder druk.
Op 27 juli 1877 stierf Gevers van Endegeest in zijn kasteel Endegeest. Hij werd begraven op het kerkhof naast het Groene Kerkje, Haarlemmerstraatweg in Oegstgeest.
De eerste president van het Suriname, Johan Ferrier woonde enige decennia in Oegstgeest. Zijn grootmoeder had als slavenkind de afschaffing van de slavernij meegemaakt. Hij overleed op 99-jarige leeftijd en werd januari 2010 begraven in zijn woonplaats op een steenworp van de man die ruim anderhalve eeuw eerder het wetsvoorstel voor afschaffing van de slavernij in Nederlands-Indië heeft ingediend.
Kerken in Nederland stuurden mensen naar de koloniën om de bewoners te bekeren. Zending door protestantse en missie door katholieke geestelijken waren nauw verbonden aan het lokale gezag. Een groot deel van de staatstaak op het gebied van onderwijs en ziekenzorg werd aan hen overgedragen en de uitvoering daarvan ruim gesubsidieerd.
Schaduwzijde ervan was, dat de gouvernementele schoolinrichting en onderwijsprogramma’s als maatstaf worden aangelegd bij het bekeren van andersdenkenden. De animistische religies van de slaven werden als ‘primitief afgodendom’ gezien, dat de mensen angstig, onbetrouwbaar en zedeloos maakte. De ‘inboorlingen’ hadden het christendom nodig voor hun beschaving. Oegstgeest heeft ook van oudsher een rol gespeeld in de missie en zending.
Zo is de in Tilburg geboren Peerke Donders in 1841 tot priester gewijd in Oegstgeest, waarna bij naar Suriname vertrok als missionaris. Hij werd kapelaan in Paramaribo. Hij bezocht diverse plantages langs de Surinamerivier. Hij werd bekend voor zijn inzet voor de inheemse gemeenschappen en de melaatsen. Hij werd in 1982 zalig verklaard.
Ook de Hervormde Kerk was actief in ons dorp. Voor een periode van ruim 80 jaar (tussen 1917 en 1999) was de ‘Nederlandsche Zendingsschool’ gevestigd in Oegstgeest. Vanuit ons dorp gingen zendelingen op pad richting Indonesië, Nieuw-Guinea, de Antillen en Suriname. Vanuit het laatste land kwamen ook cursisten naar Oegstgeest om te worden opgeleid tot dominee.
In dit bijzondere Herdenkingsjaar staan we ook in Oegstgeest op vrijdag 16 juni stil bij Keti Koti, wat ‘verbroken ketenen’ betekent. Het herinnert ons aan het belang om op een gelijkwaardige manier met elkaar om te gaan. Ieder is welkom vanaf 16 uur in het Dorpscentrum Oegstgeest.
Bronnen
Er is geen specifiek onderzoek gedaan naar sporen van slavernij in Oegstgeest. Bovenstaande bijdrage is mede tot staat gekomen na raadplegen van Wikipedia en lezing van onderstaande werken:
-Sporen van de slavernij in Leiden (2017) Auteurs: Gert Oostindie en Karwan Fatah-Black
-Laatste gouverneur, eerste president. De eeuw van Johan Ferrier, Surinamer (2005)
Auteur: John Jansen van Galen