Lees even mee. Artificiële Intelligentie (AI) is een technologie die vaak vrouwen en minderheidsgroepen benadeelt, omdat ze vooral ontwikkeld wordt door witte mannen. Maar wat als dat zou veranderen en vrouwen de drijvende kracht achter AI zouden zijn?
Met dat gedachte-experiment gaf Maaike Harbers gisteren in het Leidse Academiegebouw de Annie Romein-Verschoorlezing. Harbers is Lector AI & Society bij de Hogeschool Rotterdam.
“Vraag AI om een afbeelding van een dokter of professor, en je krijgt meestal een man te zien”, begint Harbers haar verhaal. “We zien technologie vaak als iets neutraals of objectiefs, maar dat is het niet”, vervolgt ze. Het vormt de kern van haar lezing in het Academiegebouw.
De meeste AI-systemen worden gemaakt door mannen. Het onderwerp is extra relevant omdat AI steeds dieper doordringt in onze maatschappij. Van grote techbedrijven tot de zorg, de overheid, en bij werving en selectie op de arbeidsmarkt.
Zo worden gezichten van vrouwen van kleur minder herkend omdat de data zijn gevuld door witte mannen. Deze software wordt gebruikt in zelfrijdende auto’s die ook gezichten van mensen op straat moet herkennen.
In hoeverre houden ontwikkelaars en programmeurs van software rekening met de ethische gevolgen van hun keuzes? Harbers stelt vast dat als er meer vrouwen in het werkveld actief zouden zijn dat de aandacht voor ethische kwesties groter zou zijn.
Vandaag op internationale vrouwendag weten we dus dat gendergelijkheid op het net nog ver is te zoeken. Gek is dat niet, want technologie is een afspiegeling van onze samenleving die ongelijk is. AI is te belangrijk om alleen aan mannen over te laten, zo besluit Harbers.
Bij de borrel na afloop kwam een mij bekende dame naar me toe. Na afloop van het gesprek vertelde ik haar dat ik naar mijn partner op zoek ging. ‘Wat leuk, dat je haar hebt meegenomen.’ ‘Zij heeft mij meegenomen’, corrigeerde ik haar. Over vooringenomenheid gesproken.
In de goed gevulde zaal zaten gisteren merendeels vrouwen. Niemand (ook geen mannen) uit de politiek, voor zover ik dat kon waarnemen. En ook weinig mensen uit het AI-werkveld, zo bleek mij uit de commentaren na afloop. Met een onderwerp dat vraagt om correctie, betreur ik dat. Dus ik wijd er graag wat gloedvolle woorden aan met dit epistel.