Veel wind en slagregens is een recept voor fantastische wolkenpartijen. Af en toe kwam de zon erbij. Bevers, vossen, reeën en zeearenden lieten het allemaal koud. We zijn op het eiland Tiengemeten. De grote pont is uit de vaart, vanwege de wind. Dat betekent beperkt bezoek. De musea zijn dicht. Wij vonden het prima, een eiland voor onszelf.
Al het volk dat er moet wezen treffen we aan de toog van onze herberg de Susanna Hoeve. Daar wordt ook gegeten. Veel meer is er deze dagen niet. We slapen naast het voormalige quarantainegebouw dat nu is overgeleverd aan de elementen. Enkele decennia geleden lag hier ook een dodenakker en stonden er meerdere boerderijen. 
Dat is allemaal opgegeven voor het concept ‘natuur’. Nieuwe flora en fauna deed vanaf het begin van deze eeuw zijn intrede. We hebben echt goed gekeken. Wat we zagen bij onze wandelingen waren koeien, paarden en schapen. In het wild; fazanten, hazen en zilverreigers. En we spotten vier andere wandelaars. Die liepen en vlogen hier zo’n dertig jaar geleden vast ook al rond. 
Op de terugweg vanmiddag hadden we de kleine pont. Met maar een paar plekken in het vooronder bleven Vera en ik, op het dek. Al snel snapten we waarom daar niemand zat. We werden getroffen door de hoge golven. Doorweekt kwamen we in het haventje van Nieuwendijk aan. 
Waarom zou je naar Tiengemeten gaan? Het kan hier bij mooi weer best druk zijn, als we de honderden fietsen zien die je hier kan huren. Maar ga je buiten de vakanties en tref je het met het slechte weer, dan bof je. Dan zie je een fraai stukje Nederland omgeven door het water van het Haringvliet. En de zwarte ooievaar, daar moeten we nog een keer voor terugkomen.